Financiële problemen van gehuwden

1. De echtgenoten moeten samen de lasten van het huishouden dragen.

Wat zegt de algemene regel? De echtgenoten moeten samen de lasten van het huishouden dragen. De wet zegt inderdaad \” Iedere echtgenoot draagt in de lasten van het huwelijk bij naar zijn vermogen \” (art.221 B.W.) Vermogen betekent in deze tekst wat je hebt en wat je kunt verwerven. De vrouw die thuis werkt – en dus onbetaald werkt – wordt volgens de rechtbanken beschouwd dat ze evenvel bijdraagt als de buitenhuis werkende man. En terecht.

In het geval dat de man het huishoudgeld , dat hij gewoonlijk afgeeft, op een zeker moment en zonder enige reden , drastisch verlaagt, kan de vrouw zich tot de Vrederechter richten : zij kan dan bekomen dat de man veroordeeld wordt om een voldoende bedrag per maand te betalen ; zij kan dan tevens de ontvangstmachtiging of loondelegatie bekomen, dit wil zeggen, dat in dit geval de werkgever een deel van het loon rechtstreeks aan de man zal betalen.

2. Problemen met Onbetaalde Schuldeisers.

Je rechten tegenover de schuldeisers zijn verschillend naargelang het gaat om
– eigen schulden van je echtgenoot
– schulden van de gemeenschap.

We nemen een voorbeeld : bvb. de schulden aangegaan voor de huishouding of de kinderen.

ten 1° de schuldeisers van eigen schulden van je echtgenoot.
In principe kan een schuldeiser van een eigen schuld van een echtgenoot deze slechts verhalen op de eigen goederen van deze echtgenoot. ( art. 1440 – 1441 B.W. )
Wil je echter je tegen een beslag door deze schuldeisers verdedigen en wil je dat ze van je eigen goederen afblijven, dan zul je moeten aantonen dat het om eigen schuld van je echtgenoot gaat.
Voobeeld.
Een schuldeiser beschikte over een wisselbrief hem overhandigd door één echtgenoot.
De wissel werd niet betaald.
De schuldeiser dagvaardde beide echtgenoten.
De rechtbank stelde vast dat de tweede echtgenoot de wisselbrief niet ondertekend had.
Verder waren er geen aanwijzingen dat de lening werd afgesloten met medeweten van de tweede echtgenoot, en dat ze werd aangegaan voor de huishouding of de opvoeding van de kinderen.
De rechtbank besloot dat het ging om een eigen schuld van de eerste echtgenoot, zodat de schuldeiser de tweede echtgenoot hierover niet mocht aanspreken.

De schuldeisers van eigen goederen mogen niet raken aan de eigen goederen van de echtgenoot-niet schuldenaar.

Twee schuldeisers van een eigen schuld van je echtgenoot hoeven zich weinig of niets aan te trekken van de indeling in eigen goederen en gemeenschappelijke goederen als daar zijn :
– de fiscus
– de schuldeiser na een strafrechtelijke veroordeling of een onrechtmatige daad van je echtgenoot ; deze moet zich niet storen aan het onderscheid tussen eigen en gemeenschappelijke goederen.
Is je echtgenoot strafrechtelijk veroordeeld tot het betalen van een boete en een schadevergoeding, of werd hij door een burgerlijke rechtbank tot een schadevergoeding veroordeeld, dan mag zijn schuldeiser tot de helft van het netto – actief van het gemeenschappelijk vermogen aanspreken.

Opnieuw een voorbeeld.

Heeft je echtgenoot in dronken toestand een verkeersongeval veroorzaakt, dan mag de auto – verzekering de schadevergoeding, die ze betaalde aan de tegenpartij, geheel of gedeeltelijk van hem terugvragen. De verzekeraar kan tot 10.411, 53 Euro zijn schade volledig verhalen ; is de schade groter, dan is het verhaalrecht beperkt tot de helft met een minimum van 10.411,53 Euro en een
maximum van 30.968,69 Euro ( K.B. van 14.12.92 betreffende de modelovereenkomst voor de verplichte aansprakelijkheidsverzekering inzake motorrijtuigen )

Vernietiging vragen van de eigen schulden die je echtgenoot aanging en die het gezin in gevaar brengen.

De eigen schulden van een echtgenoot kunnen het gezin in gevaar brengen.
Van die schulden kan je als echtgenoot de vernietiging vragen aan de rechtbank. ( art. 1149 en art. 224 B.W. ), zodra het gevaar bestaat dat de echtelijke woning door de schuldeisers zou kunnen verkocht worden.

ten 2° de schuldeisers van gemeenschappelijke schulden.

Inleiding

Wat betreft schuldeisers van gemeenschappelijke schulden zijn er twee soorten :
– de schuldeisers voor gewone gemeenschappelijke schulden en
– de schuldeisers voor schulden in verband met de huishouding.
in deze laatste categorie is er een onderscheid tussen redelijke schulden en
overdreven schulden.

Voorts geven we wat practische uitleg hoe je je tegen die schuldeisers kunt verdedigen door te zeggen dat je echtgenoot zijn ( trouw)boekje te buiten is gegaan bij het aangaan van bepaalde schulden. Eerst nog een woordje over mogelijk beslag.

ten 3° Op welke goederen kan een gemeenschappelijke schuldeiser beslag leggen?

Een schuld aangegaan door twee echtgenoten samen kan de schuldeiser verhalen én op de gemeenschappelijke goederen én op ieders eigen goederen.
Zo kunnen de gezinswoning en het huisraad door deze schuldeisers verkocht worden vermits dat meestal gemeenschappelijke goederen zijn.
Je eigen goederen zullen maar buiten schot blijven als het gaat om
– buitensporige schulden die je echtgenoot maakte voor het huishouden en voor de kinderen.
– het onderhoudsgeld dat je echtgenoot voor zijn kinderen, kleinkinderen of ouders moet betalen.
– de intresten die een bijzaak vormen van een eigen schuld van je echtgenoot ( zoals intresten op een lening die hij aanging om de successierechten op de nalatenschap van zijn ouders te betalen )
– de schulden door je echtgenoot aangegaan bij de uiitoefening van zijn beroep, bvb. een schuld tegenover de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, die hij heeft voor de bijdragen van zijn personeel.

Van je loon, ziekte – uitkering, werkloosheidsuitkering of pensioen mag maar een beperkt bedrag in beslag genomen worden:
dit zijn de bedragen vanaf 1 januari 2002 ( worden telkens opnieuw aangepast telkens op 1 januari ).

Voor inkomen uit arbeid of onder iemands gezag :

Niets tot 849 Euro

Van 849 tot 912 Euro : 1/5 maximum 12.60 Euro
912 tot 1. 007 30 % 28.50
1.007 tot 1.011 40 % 37.60
Boven 1.011 alles.

Voor een vervangingsinkomen ( ziekte- of werkloosheidsvergoeding, pensioen enz. ) of een inkomen als zelfstandige:

Niets tot 849 Euro
Van 849 tot 912 Euro 20% maximum 12.60 Euro
912 tot 1.101 40 % 75.60 Euro
Boven 1.011 alles.

De basisbedragen worden vermeerderd met 52 Euro per kind.

Deze loongrenzen gelden niet bij een faillissement of als er vrijwillige loonsafstand ondertekend werd, of als het gaat om achterstallige onderhoudsgelden.

Wanneer je echtgenoot failliet gaat, wordt ook het hele bezit van het gezin in beslag genomen tot en met de hond als die venale waarde heeft.

Wat levensnoodzakelijk is mag niet in beslag genomen worden. Alzo worden in de wet opgesomd:
– bed en beddengoed, persoonlijke klederen en linnengoed voor het gezin en de meubelen nodig om deze op te bergen.
– een wasmachine en strijkijzer.
– de nodige verwarmingstoestellen.
– tafel en stoelen nodig voor een gemeenschappelijke maaltijd.
– strikt noodzakelijk vaatwerk en huishoudgerei en het meubel om dit op te bergen.
– toestel om warme maaltijden te bereiden.
– toestel om voedingsmiddelen te bewaren.
– één verlichtingstoestel per bewoonde kamer.
– voorwerpen nodig voor gehandicapte gezinsleden.
– voorwerpen te gebruiken door inwonende kinderen ten laste.
– de gezelschapsdieren ( behalve dan dure rashonden ).
– voorwerpen voor lichaamsverzorging en voor onderhoud van de vertrekken.
– gereedschap voor tuinonderhoud.
– de boeken en andere voorwerpen voor de studies of de beroepsopleiding van een gezinslid.
– de goederen die absoluut nodig zijn voor het beroep van de beslagene tot een waarde van 2.500 Euro.
– voorwerpen voor de uitoefening van een eredienst.
– levensmiddelen en brandstof voor één maand.
– één koe, of twaalf schapen of geiten, en varken en 24 dieren van het hoenderhof, met het stro, voeder en graan voor het vee gedurende één maand.

Reacties zijn gesloten.